Beschouw de voorbeeld code met $4$ informatiebits ($abcd$) en $3$ controlebits ($xyz$), waarbij

$x=a\oplus b\oplus c$,
$y=a\oplus b\oplus d$,
$z=a\oplus c\oplus d$.

Bepaal de codewoorden die horen bij de boodschappen $0110$ en $1111$.
Codewoorden $0110011$ en $1111111$.
Codewoorden $0110100$ en $1111000$.
Codewoorden $0110110$ en $1111111$.
Codewoorden $0110000$ en $1111100$.
Beschouw de voorbeeld code met $4$ informatiebits ($abcd$) en $3$ controlebits ($xyz$), waarbij

$x=a\oplus b\oplus c$,
$y=a\oplus b\oplus d$,
$z=a\oplus c\oplus d$.

Bepaal de codewoorden die horen bij de boodschappen $0110$ en $1111$.
Antwoord 1 correct
Correct
Antwoord 2 optie
Codewoorden $0110100$ en $1111000$.
Antwoord 2 correct
Fout
Antwoord 3 optie
Codewoorden $0110110$ en $1111111$.
Antwoord 3 correct
Fout
Antwoord 4 optie
Codewoorden $0110000$ en $1111100$.
Antwoord 4 correct
Fout
Antwoord 1 optie
Codewoorden $0110011$ en $1111111$.
Antwoord 1 feedback
Goed. Bepaal de controlebits door de bits van de boodschap in de drie vergelijkingen in te vullen.
Antwoord 2 feedback
Fout. Bekijk nog eens goed hoe de XOR-operator ($\oplus$) werkt.
Antwoord 3 feedback
Fout. Let goed op waar je de controlebits toevoegt, zie voorbeeld code.
Antwoord 4 feedback
Fout. Let goed op welke bits je in de vergelijkingen moet invullen.