We bepalen met de vliegveldregel de verdeling voor vliegveldsituatie $(N,k)$ met

  • $N=\{1,2,3\}$.
  • $k=(10,50,60)$.

Het eerste stuk, met kosten $10$, wordt door alle drie de vliegtuigmaatschappijen gebruikt en dat deel van de kosten delen ze dus met zijn drieën; ieder betaalt $\tfrac{10}{3}$. Het tweede stuk, met kosten $50-10=40$, wordt gebruikt door maatschappijen 2 en 3 en zij betalen ieder $\tfrac{40}{2}$. Het laatste stuk, met kosten $60-50=10$, wordt alleen gebruikt door maatschappij 3 en zij betaalt dus ook de kosten van dit stuk.

De verdeling volgens de vliegveldregel $A(N,k)$ wordt dus gegeven door:

  • $A(N,k)_1=\frac{10}{3}=3\frac{1}{3}$,
  • $A(N,k)_2=\frac{10}{3}+\frac{40}{2}=23\frac{1}{3}$,
  • $A(N,k)_3=\frac{10}{3}+\frac{40}{2}+\frac{10}{1}=33\frac{1}{3}$.

Kortom $A(N,k)=(3\frac{1}{3},23\frac{1}{3},33\frac{1}{3})$.