Anne, Bas en Cecile hebben losse handschoenen. Anne heeft 2 rechter- en 4 linkerhandschoenen, Bas heeft alleen 3 rechterhandschoenen en Cecile heeft 1 rechter- en 3 linkerhandschoenen. Losse handschoenen leveren niets op; een paar handschoenen (1 linker- en 1 rechterhandschoen) levert 5 euro op.

Welke van de onderstaande tabellen geeft het coöperatieve spel dat bij deze situatie hoort?

$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{3\}$ $\{1,2\}$ $\{1,3\}$ $\{2,3\}$ $\{1,2,3\}$
$v(S)$ $10$ $0$ $5$ $20$ $15$ $15$ $30$
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{3\}$ $\{1,2\}$ $\{1,3\}$ $\{2,3\}$ $\{1,2,3\}$
$v(S)$ $2$ $0$ $1$ $4$ $3$ $3$ $6$
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{3\}$ $\{1,2\}$ $\{1,3\}$ $\{2,3\}$ $\{1,2,3\}$
$v(S)$ $10$ $0$ $5$ $10$ $15$ $5$ $15$
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{1,2\}$
$v(S)$ $0$ $5$ $15$

Anne, Bas en Cecile hebben losse handschoenen. Anne heeft 2 rechter- en 4 linkerhandschoenen, Bas heeft alleen 3 rechterhandschoenen en Cecile heeft 1 rechter- en 3 linkerhandschoenen. Losse handschoenen leveren niets op; een paar handschoenen (1 linker- en 1 rechterhandschoen) levert 5 euro op.

Welke van de onderstaande tabellen geeft het coöperatieve spel dat bij deze situatie hoort?

Antwoord 1 correct
Correct
Antwoord 2 optie
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{3\}$ $\{1,2\}$ $\{1,3\}$ $\{2,3\}$ $\{1,2,3\}$
$v(S)$ $2$ $0$ $1$ $4$ $3$ $3$ $6$
Antwoord 2 correct
Fout
Antwoord 3 optie
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{3\}$ $\{1,2\}$ $\{1,3\}$ $\{2,3\}$ $\{1,2,3\}$
$v(S)$ $10$ $0$ $5$ $10$ $15$ $5$ $15$
Antwoord 3 correct
Fout
Antwoord 4 optie
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{1,2\}$
$v(S)$ $0$ $5$ $15$
Antwoord 4 correct
Fout
Antwoord 1 optie
$S$ $\{1\}$ $\{2\}$ $\{3\}$ $\{1,2\}$ $\{1,3\}$ $\{2,3\}$ $\{1,2,3\}$
$v(S)$ $10$ $0$ $5$ $20$ $15$ $15$ $30$
Antwoord 1 feedback

Correct: Anne is speler 1, Bas speler 2 en Cecile speler 3.

  • Anne kan alleen 2 paar handschoenen verkopen, dus $v(\{1\})=2\cdot5=10$.
  • Bas kan alleen geen enkel paar handschoenen verkopen, dus $v(\{2\})=0$.
  • Cecile kan alleen 1 paar handschoenen verkopen, dus $v(\{3\})=5$.
  • Anne en Bas kunnen samen 4 paar handschoenen verkopen, dus $v(\{1,2\}=20$.
  • Anne en Cecile kunnen samen 3 paar handschoenen verkopen, dus $v(\{1,3\})=15$.
  • Bas en Cecile kunnen samen 3 paar hanschoenen verkopen, dus $v(\{2,3\})=15$.
  • Anne, Bas en Cecile kunnen samen 6 paar handschoenen verkopen, dus $v(\{1,2,3\})=30$.
Antwoord 2 feedback

Fout: Let op dat een paar handschoenen 5 euro oplevert.

Probeer de opgave nogmaals.

Antwoord 3 feedback

Fout: Anne, Bas en Cecile kunnen meer verdienen als ze samenwerken.

Zie Voorbeeld 2.

Antwoord 4 feedback

Fout: Hoeveel spelers zijn er?

Probeer de opgave nogmaals.