Voorbeeld 2 (filmpje)

De vergelijkingen $2x+7=3x+8$ en $7=x+8$ zijn logisch equivalente beweringen.

Laat $A$ de vergelijking $2x+7=3x+8$ zijn en $B$ de vergelijking $7=x+8$. We gaan eerst na of $A\Rightarrow B$ klopt. Neem aan dat $A$ waar is, oftewel dat $2x+7=3x+8$. Door aan beide zijden van het gelijkteken $2x$ af te trekken krijgen we $7=x+8$. Dus $B$ is waar. We concluderen dat $A\Rightarrow B$ klopt.

Vervolgens gaan we na of $A\Leftarrow B$ klopt. Neem aan dat $B$ waar is, oftewel dat $7=x+8$. Als we $2x$ optellen aan beide zijden van het gelijkteken krijgen we $2x+7=3x+8$. Dus $A$ is waar. We concluderen dat $A\Leftarrow B$ klopt.

Er geldt dus $2x+7=3x+8 \Leftrightarrow 7=x+8$.